In tegenstelling tot het 25-jarig bestaan ging de 50ste verjaardag in alle stilte voorbij. De weverij had intussen zijn nieuwe stek en de achterliggende houten barakken van de vroegere vellenfabriek werden afgebroken, waar tijdens WOII de Duitse artillerie nog onderdak had gevonden. Ook de beide houten stallen die toen als gevangenis fungeerden, moesten plaats ruimen voor het nieuwe magazijn voor de stockage van fijne garens.
Zowel de hoofdfirma als de beide onderafdelingen hadden hun eigen logo en administratie. Vermits de spinnerij vanaf de beginjaren ’70 enkel nog voor de eigen weverij spon, verdween de naam Nofico ook stilaan van de afzetmarkt. Dit impliceerde in een koerswijziging. Op 8 september 1976 werd de hele fabricage gebundeld onder de naam Tasibel, die meteen ook een nieuwe huisstijl toebedeeld kreeg. De spin kreeg een meer gestileerde, modernere vormgeving. La Hammoise-afdeling werd gesloten en het machinepark overgeheveld naar Oostende.
De gebouwen werden verkocht aan het gemeentebestuur als locatie voor het brandweerarsenaal. Het jaar 1983 kondigde zich onder een goed gesternte aan. Het textielplan van de regering bood soelaas, een nieuwe installatie voor naaldvilt en machines voor het tuften werden in activiteit genomen.
Dit industriële proces lokte zelfs de belangstelling van toenmalig prins Albert. Op 17 november 1983 bracht hij een bezoek aan de fabriek die niet enkel op voorhand gecontroleerd was door de staatsveiligheid, maar maanden van tevoren een poetsbeurt van jewelste had gekregen.
Een jaar later vereerde toenmalig eerste minister Marc Eyskens de fabriek eveneens met een bezoek, dat aansloot bij de nationale maatregelen van het textielplan. Pierre Tack werd datzelfde jaar binnengehaald om een herstructurering door te voeren, zowel te Hamme als later ook te Oostende, dat resulteerde in een koepelvereniging, Group Ostend Textiles, met vier zelfstandige afdelingen, waarvan Tasibel deel uitmaakte.
Tevens werd een participatieakkoord geconcretiseerd tussen Tasibel, De Witte-Litaer en nv Elca te Assenede, dat resulteerde in de oprichting van de n.v. Tawica, en op 7 december 1984 boven de doopvont gehouden. Doch dit verhaal was geen lang leven beschoren, want vijf jaar later werd deze productielijn verkocht aan de Domogroep van Jan De Clercq.