Tussen 1880 en 1930 leefde Hamme letterlijk van garen en touw. De industriële ontwikkeling was dan ook hoofdzakelijk gericht op de touwslagerij. In het wapenschild van de gemeente prijken trouwens twee gewassen die hiernaar verwijzen. In de heraldiek staat het wapen beschreven als zijnde van zilver, beladen ter rechterzijde een hennepplant en ter linkerzijde een vlashalm, beide paalsgewijze geplaatst, beide van sinopel.
De hennepplant, bij ons ook kemp genoemd, is een éénjarige bastvezel, die in de vochthoudende poldergrond werd geteeld. De houtachtige vezels werden vooral geroot in de brede grachten van De Bunt en langsheen de Oude Heirbaan te Hamme-Zogge.
De veel dunnere vlasstengel werd veelal verbouwd en verwerkt op Driegoten, maar het grovere vlas werd toch hoofdzakelijk ingetrokken van Zeelse vlasboeren. De vlasklodden werden versponnen tot heel fijne garens.
De textiele fabrieksnijverheid draaide rond een aantal vooraanstaande families die ook het politieke heft in handen hielden. In 1858 richtten de broers Charles en Theodore Vermeire op de gronden, palend aan het tracé D’Heer Vermeirens wegel (nu Baantje) een handtouwslagerij met een 300 meter lang overdekte spinbaan en een lintweverij op, die later zou uitgroeien tot NV Le Lis, een internationaal begrip voor de fabricatie van scheepstouwen. Ook de touwslagerij van Tuur van Hautes in de Geemstraat, de koordenfabriek van Marcellekens in de Kapellestraat, de lintweverij van de liberale fabrikantenfamilie Van Damme en de mattenfabriek van H.F.Keuller speelden in deze industriële ontwikkeling van de eerste decennia van de 20ste eeuw een cruciale rol.
Buiten de twee lokale basisproducten hennep en vlas trokken zij tevens de sisalvezel in die gewonnen werd uit de agaveplant, en de exotische manillahennepvezel die uit de abaca, een soort bananenplant op de Filipijnen werd gehaald. Beide vezels waren extra bestand tegen water en vocht, en dus dermate geschikt voor het vlechten van scheepstrossen.
Deze touwslagerijen kenden hun bloeiperiode tot kort na WOII, waarna de meesten van het toneel verdwenen of overschakelden naar o.a. staalkabelproductie. Vandaag is dit hele industriële verleden dat de identiteit van de Hammenaar bepaalde, enkel nog archief en erfgoed.